Hoogeveen/de Wolden

April

Wat kun je met veel voldoening kijken naar een stuk(je) tuin, dat je net onder handen hebt genomen. Ook al doe je niet eens heel veel, toch ziet het er dan schoon en opgeruimd uit. Tenminste in mijn ogen, want er ligt nog wel wat blad  om de grond niet te snel uit te laten drogen. Dat is wel wat een dilemma, want daar kruipen ook graag naaktslakjes onder.
Als alle oude stengels en het onkruid weg zijn, zie je de voorjaarsbloemen weer veel beter. De narcisjes, longkruid, primula’s  en de helder blauwe lage anchusa.  
En de helmbloem, paarsig of geel. Vooral bij de gele is het net alsof de bloempjes geschikt zijn in varenblad. 
Het daslook komt weer boven, ik heb nog niet genoeg om pesto van te maken, maar volgend jaar vast wel. Dat is heerlijk. Ze vragen humeuze grond en daar werk ik aan, maar dat duurt een paar jaar. Dan kunnen ze zelfs woekeren, maar zo ver is het dus nog niet.
Ook zijn er weer prachtige polletjes met jong groen blad, zoals van de daglelies. Je kunt je niet goed voorstellen dat de planten straks de hoogte en de breedte in zullen schieten, nu is alles overzichtelijk en laag.
Vorig jaar vond ik het blad van de Sauromatum venosum, de voodoo-lelie, zo mooi in de halfschaduw. Ik heb daarom de knollen uit de grond gehaald om ze niet te laten bevriezen, hoewel ik niet zeker weet of dit nodig is. Ik heb ze in de kelder gezet, maar daar kwamen in het donker lange witte puntige stengels tevoorschijn. Daar blijken de bloemen in te zitten. Nu staan ze beschut buiten en de bloemenknoppen worden al zichtbaar in de lange, nu paarse, schutbladen. Ze doen het gelukkig goed buiten, want als ze gaan bloeien ruiken ze sterk naar aas. Ik ben erg benieuwd, het ziet er spannend uit. 
En in mei mogen ze weer in de grond. 
YT