In de maand november heb ik inleidend verteld over waterplanten in het algemeen. Ik heb uitgelegd dat er grofweg vier groepen zijn, namelijk:
1. Zuurstofplanten
2. Drijfplanten
3. Lelieachtigen
4. Moerasplanten/oeverplanten
In december heb ik over de zuurstofplanten verteld. In januari waren de drijfplanten en de lelieachtigen aan de beurt. Toen ik over de waterplanten ging schrijven had ik niet verwacht dat er zoveel over te vertellen zou zijn. Ik kom ruimte tekort en ik ga nu toch maar splitsen. In februari gaat het voornamelijk over de oeverplanten en in maart over de moerasplanten. Ik kies dan voor de planten die “moeras” in hun naam hebben.
Ik beschrijf de oeverplanten zoals ik ze tijdens onze struintochten tegenkom. Want het is heel moeilijk om de oeverplanten en de moerasplanten helemaal te scheiden en daar gaat het mij ook niet om. Ik pak de planten welke ik prachtig vind. Ik ben helemaal “verliefd” geworden op de Zwanenbloem. Wat een beauty. De bloem heeft zijn (of misschien wel haar) naam te danken aan de stampers welke de vorm van sierlijke zwaantjes hebben.
Het is een kruidachtige plant. Je vindt het niet bij alle wateren, maar ik heb het idee dat ie vaker voorkomt dan jaren geleden.
Wat ik ook een prachtige plant vind is de Egelskop. Familie van de lisdodde. Als je bij het water staat met veel begroeiing moet je heel goed tussen het riet kijken, want hij valt niet op. We kennen voornamelijk de grote en de kleine egelskop. Hierbij heeft de grote egelskop hoge vertakte stengels met daaraan de bloeiwijze. Dit is op de foto ook goed te zien. De egelskop is te herkennen aan de pluizige bolletjes.
De Lisdodde behoort tot de lisdoddefamilie. Vroeger thuis noemde ik ze “toezebol”. Toch nog even op google gekeken hoe het precies zit met de namen. Het blijkt dat men in Overijssel “toezebol” zegt. Ik kom uit Groningen en google legt uit dat ze het daar over een “bollepees” hebben: mij onbekend. We kennen de grote en kleine lisdodde. De grote noemen we ook wel sigaren. De kleine lisdodde valt veel minder op, want de aar zit meer verstopt tussen zijn bladeren. Bovendien is de aar twee keer zo smal als van de grote. De lisdodde is een nuttige plant, want hij filtert meststoffen uit de bodem en het water. Daardoor heeft het een gunstig effect op de bodem- en waterkwaliteit.
De Gele lis is een opvallende plant aan de waterkant. De bloem is fel geel van kleur en heeft bovendien een hele mooie vorm. Het zijn afhangende bloemdekslippen en drie kleinere kroonbladen. De plant komt uit de lissenfamilie en heeft lange smalle bladen. Na de bloei vormen zich grote groene zaaddozen die er ook mooi uitzien. Ze zaaien zich gemakkelijk uit doordat de zaden zich verspreiden over het water. Hij ziet er prachtig uit maar vergis je niet want de plant is giftig.
Dan hebben we nog de overbekende Kattenstaart welke uit de kattenstaartfamilie komt. Ook kruidachtig. De fel lilaroze bloemen kun je van verre al goed zien. Het is een plant met vaak meerdere bloemen bij elkaar, waardoor ze goed opvallen. Er zijn meerdere soorten kattenstaarten maar ik hou het bij één. De plant komt ook in tuinen voor en kan dan als snijbloem worden gebruikt. Maar als de wilde variant niet geplukt wordt, kunnen er honderden mensen van genieten.
Als laatste wil ik hier de Echte valeriaan noemen. Ook een kruidachtige plant welke behoort tot de kamperfoeliefamilie. Uit de wortelstok kan men een stof halen die als bestanddeel voor een rustgevend middel kan dienen. De plant kan heel hoog worden en heeft witte tot roze schermbloemen welke vaak boven de hoge begroeiing uitkomt. De echte valeriaan wil liever niet te natte voeten krijgen, want ze kan er niet tegen om onder water te komen staan. Ze staat daarom het liefst op slibrijke oeverwallen langs sloten en beken.
B.G.